top of page
Blog: Blog2
Zoeken
  • Isabelle

Betoog: Het glazen plafond bestaat niet meer

Dinsdag drie december 2019 stemt de meerderheid van de Tweede Kamer voor een verplicht vrouwenquotum. Grote bedrijven hebben sinds 2013 een ‘streefcijfer’ gekregen om 30 procent vrouwen in de raden van bestuur en commissarissen te hebben. In de Tweede Kamer vond een meerderheid het toen nog te ver gaan om bedrijven te verplichten om vrouwen aan te nemen. De regeling van het streefcijfer is sinds 2013 al twee keer verlengd, terwijl het aantal vrouwen aan de top nauwelijks toenam. Zes jaar later stemde dan toch de meerderheid van de Kamer voor een verplicht vrouwenquotum (Kieskamp, 2019). 

Een plafond van glas met barsten en scheuren

Het glazen plafond, bestaat dit metafoor voor vrouwen in de bedrijfswereld nou wel of niet? De discussie speelt al jaren om dit glazen plafond te doorbreken door middel van een verplicht vrouwenquotum. Sinds afgelopen dinsdag zit er na lange tijd verandering in. Ik ben zeker niet tegen gelijke rechten maar ben wel tegen een verplicht vrouwenquotum. Daarom is de stelling in dit betoog: “Er moet geen verplicht vrouwenquotum voor topfuncties worden ingesteld om zo meer vrouwen aan de top te krijgen”.

Voor diversiteit maar tegen een vrouwenquotum


Om maar gelijk met de deur in huis te vallen is het vrouwenquotum in strijd met Artikel 1 uit de Grondwet. In deze wet staat het verbod op discriminatie beschreven. Het invoeren van het vrouwenquotum is positieve discriminatie van vrouwen en negatieve discriminatie voor mannen. Als er door middel van het quotum niet aan het minimum aantal vrouwen wordt voldaan, zijn organisaties verplicht een vrouw aan te stellen voor deze functie. Hierdoor krijgen mannen geen gelijke kans. 


Ten tweede blijkt het quotum niet te werken in veel andere Europese landen. Sinds 2003 voert Noorwegen het vrouwenquotum en daarmee is het een bekend voorbeeld. In 2003 telde Noorwegen nog 563 beursgenoteerde bedrijven: daar waren er in 2008 nog maar 179 van over. Er zijn in vijf jaar tijd dus maar liefst 384 beursgenoteerde bedrijven vertrokken omdat ze met de vraag naar vrouwelijke collega’s niet aan het quotum konden voldoen (ANP, 2014). Op dit moment zijn er simpelweg nog te weinig vrouwen die beschikken over de combinatie van een hoog opleidingsniveau, ervaring en ambitie die nodig zijn om dit quotum te halen (Stassen, 2013).


Ten derde werkt de Nederlandse vrouw het minste aantal uren van de hele Europese Unie, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2018). Tussen de 30 en 35 jaar werkt maar 32% voltijd terwijl 87% van de mannen voltijd werkt. Hierdoor hebben minder vrouwen ervaring met voltijdbanen, zoals topfuncties. Als het quotum dus wordt ingevoerd zullen er gauw onervaren vrouwen aangenomen worden.


Daarentegen zeggen voorstanders vaak dat het voor meer diversiteit op de werkvloer kan zorgen, maar dat klopt helemaal niet. Als een bedrijf verplicht een vrouw aanneemt voor de diversiteit, wordt er kritischer naar haar gekeken. Er zal twijfel ontstaan of je volledig op eigen kracht de top hebt bereikt. Zo dreigt het quotum juist ten koste te gaan van vrouwenemancipatie.


Engelshoven, doe iets aan vrouwenemancipatie op de juiste manier

Ik vraag minister Van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66 en verantwoordelijk voor het emancipatiebeleid daarom om toch de tegenargumenten met betrekking tot een verplicht vrouwenquotum te heroverwegen. Diversiteit op de werkvloer is belangrijk, maar een verplicht quotum opleggen zal alleen maar veel nadelen hebben voor de werkende vrouw. Kijk naar voorgaande Europese landen zoals Noorwegen die het vrouwenquotum al lang voeren. Het vrouwenquotum kent in deze landen nog geen voordeel maar vooral negatieve gevolgen voor de vrouwen en zal voor een negatieve beeldvorming zorgen.

34 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page